Vuur stoken, toestemming
In de Wet milieubeheer en in de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Weert zijn verboden opgenomen om in de open lucht afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben. Het gaat hier met name om het stoken van snoeihout, kampvuren en St. Maartensvuren. Met het doen van een melding mag van dit verbod worden afgeweken mits wordt voldaan aan algemene voorschriften.
Uw snoeihout kunt u natuurlijk ook altijd brengen naar de milieustraat.
Kosten
Aan een stookmelding zijn geen kosten verbonden.
Wat moet u doen?
De melding moet schriftelijk minimaal 1 week voordat u wilt gaan stoken binnen zijn bij de gemeente Weert. Via de knop 'Online regelen' hierboven kunt u een digitaal formulier invullen.
De melder is te allen tijde verantwoordelijk voor de naleving van de gestelde voorschriften, zie hieronder.
Wat hoeft u niet te melden?
Verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke, sfeervuren zoals terrashaarden, vuurkorven en dergelijke of vuur voor koken, bakken en braden zijn niet verboden en hiervoor hoeft u géén melding te doen. Belangrijk is wel dat deze activiteiten geen gevaar, overlast of hinder voor de omgeving mogen opleveren en er mogen geen afvalstoffen worden verbrand.
Algemene voorschriften
(Handreiking Veiligheidsregio Limburg-Noord)
Om te mogen stoken zult u zich moeten houden aan de voorschriften. Als zich niet houdt aan deze voorschriften bent u in overtreding en kunt u zichzelf en anderen in gevaar brengen.
- Degene die een melding heeft gedaan om te stoken is altijd verantwoordelijk;
- Het vuur moet onder toezicht staan van minstens één meerderjarig persoon; deze is verantwoordelijk voor het gebruik van de blusmiddelen;
- Het stoken (met uitzondering van vreugdevuren) moet plaatsvinden op een afstand van:
- Meer dan 30 meter van een gebouw, een opstapeling van oogstproducten, een erfbeplanting, hoogspanningsleidingen;
- Meer dan 100 meter van een boom of meerdere bomen, heide of duinterrein en veengrond;
- Meer dan 100 meter van brandgevoelige objecten zoals bijvoorbeeld tankstations;
- Of op een door de brandweer goedgekeurde plaats;
- In de nabijheid van de stookplaats moet voor onmiddellijk gebruik tenminste beschikbaar en bereikbaar zijn:
- Meerdere schoppen;
- Twee met water gevulde emmers van minimaal 10 liter;
- Er moet zo worden gestookt dat geen vliegvuur ontstaat; bij windkracht 6 of meer mag het stoken geen doorgang vinden;
- Het gebruik van licht ontvlambare vloeistoffen, zoals benzine, voor het aansteken van het vuur is niet toegestaan;
- Als de grond geen eigendom is, dient apart toestemming te zijn verkregen van de eigenaar van de grond;
- Stoken mag geen gevaar of hinder opleveren voor de omgeving; indien tijdens het stoken blijkt dat het verkeer dan wel bewoners in de omgeving last hebben van hinderlijke rookgassen, moet het stoken onmiddellijk worden gestaakt;
- Na afloop van het stoken moeten de vuurresten volledig worden gedoofd en moeten de verbrandingsresten zo snel mogelijk, echter ten laatste binnen 1 week, op milieuhygiënisch verantwoorde wijze worden verwijderd en afgevoerd; gewezen wordt hierbij op artikel 13 van de Wet bodembescherming; het stoken mag geen bodemverontreiniging veroorzaken;
- Het te stoken materiaal mag uitsluitend bestaan uit droog hout in natuurlijke toestand (d.w.z. ongeverfd, niet behandeld);
- Er moet zorg worden gedragen voor een goede verbranding zodat de rookontwikkeling zo gering mogelijk is; het stoken mag niet plaatsvinden als sprake is van een door berichtgeving via radio, TV of sociale media kenbaar gemaakte waarschuwingsfase van verhoogde concentraties luchtverontreiniging;
- Aanwijzingen door een ambtenaar van of namens het bevoegd gezag moeten stipt en direct worden opgevolgd.
Toegestaan is uitsluitend het stoken van snoeihout dat is ontstaan als gevolg van het onderhoud van erfbeplantingen of andere kleine landschapselementen gelegen in het buitengebied van de gemeente Weert voor zover het stoken plaatsvindt:
- Op een terrein gelegen in het buitengebied van de gemeente Weert;
- Eenmaal gedurende een periode van één week in de maanden februari/maart en/of oktober/november.
- Voorafgaand aan het stoken dient een periode van maximaal één week waarin gestookt wordt aan de afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving te worden gemeld, telefoonnummer (0495) 575 000 of e-mail: vergunningen@weert.nl;
- De brandstapel mag een maximale omvang van 3 m³ hebben;
- Er mag geen snoeihout van derden worden gestookt;
- Het stoken moet plaatsvinden op een afstand van meer dan 50 meter van een openbare weg;
- Het stoken mag niet plaatsvinden op feestdagen en op zondag;
- Het stoken mag niet aanvangen vóór zonsopgang en dient beëindigd te worden vóór zonsondergang.
- Er moet minimaal één klein blusmiddel met een vulling van tenminste 6 kg of liter blusstof aanwezig te zijn. Het kleine blusmiddel moet permanent bereikbaar en voor onmiddellijk gebruik gereed zijn. Elk klein blusmiddel dient conform de NEN 2559 te zijn onderhouden.
- Het vreugdevuur moet op een afstand van meer dan 10 meter van de openbare weg, 50 meter van een gebouw of bouwwerk en meer dan 50 meter van bos, heide of struikgewas zijn gelegen. Indien dit niet haalbaar is, dan kan middels een stralingsberekening worden aangetoond dat de gewenste situatie op een veilige manier haalbaar is. Uitzondering hierop is de afstand tot rijks(snel)wegen (A-wegen), provinciale wegen (N-wegen), spoor- en waterwegen. Om te voorkomen dat het verkeer op deze wegen ernstige hinder ondervindt van de rook afkomstig van het vreugdevuur, moet de minimale afstand 500 m bedragen tot de rand van de (water)weg of spoortraject.
- Er wordt een scheidende zandlaag aangebracht tussen de bodem en de brandstapel. Deze scheidende zandlaag heeft een dikte van minimaal 20 cm. + 1 meter buiten de diameter van de vuurstapel
- Het vreugdevuur mag NIET groter zijn dan maximaal 125m³. Maatwerk indien men niet kan voldoen aan punt 4.
- Het materiaal voor het vreugdevuur mag uitsluitend bestaan uit droog, onbehandeld hout, zoals schoon pallethout of snoeihout dat minimaal een aantal maanden in de open lucht is gedroogd. Snoeiafval is niet toegestaan in verband met rookontwikkeling en eventueel vliegvuur.
- Het gebruik van licht ontvlambare vloeistoffen, zoals benzine, voor het aansteken van het vuur is niet toegestaan.
- Er moet zodanig worden gestookt, dat geen vliegvuur ontstaat. Bij windkracht 4 op de schaal van Beaufort of meer mag het stoken geen doorgang vinden. Bij laaghangende mist mag niet worden gestookt.
- Als tijdens het stoken blijkt, dat onder invloed van de heersende weersgesteldheid het verkeer of bewoners in de omgeving last hebben van hinderlijke rookgassen, dan moet het stoken onmiddellijk worden gestaakt.
- Indien men in een droge periode open vuur wil aan gaan leggen, dient eerst de site www.natuurbrandrisico.nl geraadpleegd te worden, zodat men op de hoogte is van de op dat moment geldende kleurcode en wat de consequenties zijn voor het aanleggen van het open vuur.
- Tijdens het stoken dient tenminste een Basis Verbanddoos aanwezig te zijn die voldoet aan de inhoudseisen van het Oranje Kruis.
- De stookresten dienen na afloop te worden gedoofd en binnen 24 uur te worden opgeruimd.
- De stookplaats mag niet groter zijn dan 1 m² en moet op de daarvoor bedoelde plaats worden aangelegd; tevens mag de ondergrond van de vuurstapel niet meedoen aan de verbranding;
- In de nabijheid van de stookplaats moet voor onmiddellijk gebruik tevens beschikbaar en bereikbaar zijn een poeder- of schuimblusser met een minimale inhoud van 6 kg. poeder of 9 liter schuim, waarvan de laatste keuring (welke moet voldoen aan NEN 2559) minder dan 2 jaar geleden heeft plaatsgevonden.