Stemmen: hoe werkt dat?

1U krijgt een stempas
Uiterlijk 2 weken voor de verkiezing ontvangt u uw stempas. Heeft u geenstempas ontvangen of bent u uw stempas kwijt? Vraag dan een nieuwe aan bij de gemeente.
2U kiest een kandidaat
Bedenk voordat u gaat stemmen op welke kandidaat u wilt stemmen. U ontvangt thuis een overzicht met alle kandidaten waarop u kunt stemmen.
3U gaat naar het stemlokaal
Neem uw stempas en identiteitsbewijs mee. Dat kan een paspoort, rijbewijs, identiteitskaart of verblijfsdocument zijn.

4Kunt u niet zelf naar het stemlokaal komen?
Dan kan iemand anders voor u gaan stemmen. Vul de achterkant van uw stempas in. Geef uw stempas en een kopie van uw identiteitsbewijs mee aan de kiezer die voor u gaat stemmen.
5In het stemlokaal
Op het stembureau levert u uw stempas in. Laat ook uw identiteitsbewijs zien aan het stembureaulid.
6U krijgt een stembiljet
Op het stembiljet staan alle lijsten (partijen) die meedoen aan de verkiezing. Ook staan hierop alle kandidaten op wie u kunt stemmen.
7In het stemhokje
Met het stembiljet en een rood potlood gaat u een stemhokje in. Dat doet u alleen. Heeft u vanwege uw lichamelijke gesteldheid hulp nodig bij het stemmen? Dan mag er iemand mee om u te helpen.

8U kleurt één vakje rood
Kleur het rondje in voor de naam van de persoon op wie u wilt stemmen. U kunt het stembiljet ook leeg laten. Dat heet blanco stemmen.

9Lever uw stembiljet in
Stop het stembiljet in de stembus. U heeft uw stem uitgebracht. Woensdag worden de stemmen geteld. De uitslag vindt u op de website van de gemeente.